Alupanel / Dibond® panelen kunnen op verschillende manieren verbonden worden. In dit blog geven we tekst en uitleg voor het maken van bout- en popnagelverbindingen.
Let op het verbindingsmateriaal!
Dibond® panelen kunnen onderling zonder problemen verbonden worden. Wel moet rekening gehouden worden met het feit dat de aluminium toplagen niet alle andere metalen verdragen. Verkeerde combinaties kan corrosie op de plaat veroorzaken. Dibond® kan niet rechtstreeks verbonden worden met: staal, brons, messing en andere koperhoudende metalen. Dit is wel mogelijk als je een (elektrisch) isolerende tussenlaag aanbrengt, bijvoorbeeld van hard PVC. Dibond® kan wel rechtstreeks verbonden worden met Aluminium, RVS, zink en alle kunststofplaten.
Houd rekening met uitzetting!
Wanneer je een ander materiaal met de Dibond® plaat verbindt, moet je rekening houden met de verschillende uitzettingsgraad van het ‘vreemde’ materiaal. Wordt het samenstel van materialen binnen gebruikt (interieurtoepassing)? Monteer het samenstel dan bij de temperatuur van de omgeving waarin het gebruikt wordt. Voor toepassingen die buiten gebruikt worden moet je voorzieningen treffen om het maatverschil, veroorzaakt door temperatuurswisselingen, op te vangen. Bij bout- en popnagelverbindingen is het gat in het Dibond® maatgevend. De popnagel of bout moet zo strak mogelijk in de plaat zitten. In het ‘vreemde’ materiaal zorg je voor uitzettingsruimte (ook in de isolerende tussenlaag, indien van toepassing). Dit doe je door het bout- of popnagelgat een aantal millimeter groter te boren. Hierdoor kan uitzetting in alle richtingen opgevangen worden.
Popnagelverbindingen
Wanneer je twee Dibond® panelen gaat verbinden, dan gebruik je aluminium popnagels. Ga je Dibond® verbinden met RVS of moet je gebruik maken van een isolerende tussenlaag? Dan gebruik je RVS popnagels. Het is belangrijk dat de popnagel vanuit het Dibond® wordt ingebracht. De kop van de popnagel komt dus op het Dibond® te liggen. Bij dunnere platen kan het nodig zijn om een onderlegring te gebruiken. Dit is om te voorkomen dat het Dibond® indeukt en dat de kern daardoor beschadigd raakt. Dit geldt uiteraard ook voor de zijde waar de prop van de popnagel komt. Tip: maak altijd een of meerdere proefverbindingen om de verbindingsmethode te testen.
Boutverbindingen
Een boutverbinding heeft de voorkeur boven een popnagelverbinding. Een boutverbinding kan makkelijk bijgesteld en gedemonteerd worden. Om corrosie tussen ongelijke materialen te voorkomen moet je gebruik maken van verzinkte, RVS of aluminium bouten. Gebruik altijd onderlegringen onder de bouten en moeren. Tip: gebruik kopervet op de schroefdraad tijdens de montage om corrosie tegen te gaan. Borgmoeren voorkomen dat de boutverbinding lostrilt, zeker wanneer je de platen buiten gebruikt. Trillingen door windkracht zorgen voor een zware belasting op de boutverbinding.